Wildlife

8 mei 2019 - Bicheno, Australië

Tasmanië heeft veel wildlife, constateerden Peter en ik toen we na aankomst nog maar enkele kilometers hadden gereden in onze huurauto. Het aantal dode dieren langs de kant van de weg schokte ons. Om de zoveel kilometer lag er weer een wallaby, een Tasmanian devil of een ander wolletje, waarvan we in de gauwigheid - en met onze beperkte kennis van de fauna van Tasmanië - niet zagen wat het was. En raar genoeg: de meeste kadavers waren nog redelijk intact alsof ze daar gisteren waren neergevallen. Wat het aantal alleen nog maar schokkender maakte.

Dus hoe moeilijk kan het zijn om zelf wat dieren op te snorren, dachten we bij aankomst in Bicheno. Daar komen elke avond blauwe pinguïns aan land. De verhuurster van de cottage omcirkelde enkele plekken op de kaart voor ons, al waarschuwde ze dat het eigenlijk niet het goede seizoen was: als pinguïns broeden, komen ze elke avond aan land om hun jongen eten te geven en zijn het er dus veel meer dan nu.

Dik aangekleed en gewapend met een rode zaklamp - van blauwwit led-licht krijgen die vogels pijn aan hun ogen - en ieder een campingstoel togen we naar een van de stranden die de verhuurster had aangeduid. Er stond zowaar een bordje met aanwijzingen, dus we waren daar helemaal op de goede plek. Bezoekers moesten bij voorkeur camouflerende kleding dragen, zich bij zonsondergang installeren op een plek en daarna stil zijn en niet meer bewegen om de pinguïns niet te storen. Die zouden er anders meteen weer vandoor gaan.

We zaten daar zo’n anderhalf uur op het strand stil te vernikkelen en ingespannen te turen. Binnen een straal van twee meter konden we nog net wat zien, maar verder dan dat reikte het rode licht van de zaklamp niet. Maar echt donker op het strand werd het niet, zeker niet toen bij een van de huizen een stuk verderop een felle buitenlamp aanging. Desondanks geen pinguïn te zien. Wel hoorden we in het hoge helmgras niet ver van ons vandaan een opvallend geluid. Het had iets weg van een krolse kater met een soort geratel tussendoor. We schenen in de richting van het geluid, maar niks te zien natuurlijk.  

Gedesillusioneerd tekenden we vandaag in op de pinguïntour die hier elke avond kort na zonsondergang wordt gehouden. De organisatie leek nogal zeker van zichzelf: op de website werd in uren, minuten en zelfs seconden teruggeteld tot de “landingstijd” van de pinguïn die avond.

Gelukkig ging de bus niet naar dezelfde plek; dat zou ons zelfvertrouwen onherstelbare schade hebben toegebracht. Maar verder voldeden we in geen enkel opzicht aan de voorschriften die we een avond eerder hadden gelezen. De gids droeg bijvoorbeeld kraakwitte schoenen. Ze had een gele zaklamp, waarmee ze tientallen meters ver weg scheen. En met de groep banjerden we bepaald niet geluidloos heen en weer tussen drie “stations”: plekken waar de pinguïns werden verwacht.

De vogels kwamen best massaal opzetten: we hebben er enkele tientallen gezien. In het lamplicht van de gids volgden we hun gang van het strand tot waar wij stonden. De gids gaf op luide toon informatie, de bezoekers slaakten vertederde kreetjes. Want wat zijn die vogels cute. Ze waggelen op hun mini-dinosaurussenpootjes onverstoorbaar tussen de bezoekers door naar hun nest. Als ze een steen tegenkomen, maken ze een schattig sprongetje. We hebben een paartje elkaar zien schoonmaken met hun snavel, romantisch gewoon. En ze kletsen met elkaar: het heeft iets weg van een krolse kater in combinatie met een soort geratel….

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

3 Reacties

  1. Mirjam:
    9 mei 2019
    Prachtge ervaring! Maarre, nog assertief gediscussieerd met de gids over haar schoenen, de zaklamp en het geklets van de bezoekers?
  2. Mieke:
    9 mei 2019
    Ik assertief discussiëren?
  3. Paul en Tiny Samsom:
    9 mei 2019
    Wij hebben de zeldzame geeloogpinguïns in Nieuw-Zeeland aan land zien komen en naar hun "nest" zien waggelen. Niet massaal maar enkelingen of hooguit twee tegelijk. Wij waren onzichtbaar voor de dieren; we stonden in een overdekte gecamoufleerde geul.